Bereiding
Begin met het uitrollen van je deeg. Dun, zo’n 2,5 millimeter. Niet te dik, je wil dat het straks mooi om de appel heen sluit. Snijd de plak daarna in vierkanten van 15 bij 15 cm. Het makkelijkst doe je dat met een korstfiets.
Vernevel de plak vervolgens met vocht. Leg in het midden van elk vierkant een geschilde appel. Vouw het deeg er zorgvuldig omheen en druk de randen goed dicht.
Zet je appelbollen op een appelbolschaaltje. Handige tip: plaats ze eerst even in de koeling, dat vergemakkelijkt het strijken. Bestrijk ze daarna met eistrijksel voor die knapperige, goudbruine kleur.
Pak een scherp mesje en geef de bovenkant wat decoratie. Niet alleen mooi, maar het zorgt er ook voor dat de stoom kan ontsnappen tijdens het bakken. Laat je bollen vervolgens ongeveer 60 minuten rusten.
Dan het afbakken: 220°C hete lucht, 60% ventilatie voor ongeveer 15 minuten.
Een kwartiertje later haal je goudbruine appelbollen uit de oven die knisperen als je ze aantikt. Van die baksels waar je collega of klant hun neus achterna gaat.